Ezechiël 22:5

Die nabij en verre van u zijn, zullen u bespotten, gij onreine van naam en vol van onrust!

Jesaja 22:2

Gij, die vol van groot gedruis waart, gij woelige stad, gij, vrolijk huppelende stad! Uw verslagenen zijn niet verslagen met het zwaard, noch gestorven in den strijd.

Jeremia 15:2-3

En het zal geschieden, wanneer zij tot u zullen zeggen: Waarhenen zullen wij uitgaan? dat gij tot hen zult zeggen: Zo zegt de HEERE: Wie ten dood, ten dode; en wie tot het zwaard, ten zwaarde, en wie tot den honger, ten honger; en wie ter gevangenis, ter gevangenis!

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain