Ezechiël 3:2

Toen opende ik mijn mond, en Hij gaf mij die rol te eten.

Jeremia 25:17

En ik nam den beker van des HEEREN hand, en ik gaf te drinken al den volken, tot welke de HEERE mij gezonden had;

Handelingen 26:19

Daarom, o koning Agrippa, ben ik dat Hemels gezicht niet ongehoorzaam geweest;

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain