Ezechiël 33:20
Nog zegt gij: De weg des Heeren is niet recht; Ik zal ulieden richten, een ieder naar zijn wegen, o huis Israels!
Ezechiël 18:25
Nog zegt gijlieden: De weg des HEEREN is niet recht; hoort nu, o huis Israels! is Mijn weg niet recht? Zijn niet uw wegen onrecht?
Psalmen 62:12
[ (Psalms 62:13) En de goedertierenheid, o Heere! is Uwe; want Gij zult een iegelijk vergelden naar zijn werk. ]
Spreuken 19:3
De dwaasheid des mensen zal zijn weg verkeren; en zijn hart zal zich tegen den HEERE vergrammen.
Prediker 12:14
Want God zal ieder werk in het gericht brengen, met al wat verborgen is, hetzij goed, of hetzij kwaad.
Ezechiël 18:29-30
Evenwel zegt het huis Israels: De weg des Heeren is niet recht. Zouden Mijn wegen, o huis Israels, niet recht zijn? Zijn niet uw wegen onrecht?
Ezechiël 33:17
Nog zeggen de kinderen uws volks: De weg des Heeren is niet recht; daar toch hun eigen weg niet recht is.
Mattheüs 16:27
Want de Zoon des mensen zal komen in de heerlijkheid Zijns Vaders, met Zijn engelen, en alsdan zal Hij een iegelijk vergelden naar zijn doen.
Johannes 5:29
En zullen uitgaan, die het goede gedaan hebben, tot de opstanding des levens, en die het kwade gedaan hebben, tot de opstanding der verdoemenis.
2 Corinthiër 5:10
Want wij allen moeten geopenbaard worden voor den rechterstoel van Christus, opdat een iegelijk wegdrage, hetgeen door het lichaam geschiedt, naardat hij gedaan heeft, hetzij goed, hetzij kwaad.
Openbaring 20:12-15
En ik zag de doden, klein en groot, staande voor God; en de boeken werden geopend; en een ander boek werd geopend, dat des levens is; en de doden werden geoordeeld uit hetgeen in de boeken geschreven was, naar hun werken.
Openbaring 22:12
En zie, Ik kom haastiglijk en Mijn loon is met Mij, om een iegelijk te vergelden, gelijk zijn werk zal zijn.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd