Ezechiël 48:24
En aan de landpale van Benjamin, van den oosterhoek tot den westerhoek toe, Simeon een.
Jozua 19:1-9
Daarna ging het tweede lot uit voor Simeon, voor den stam der kinderen van Simeon, naar hun huisgezinnen; en hun erfdeel was in het midden van het erfdeel der kinderen van Juda.
Genesis 29:33
En zij werd wederom bevrucht, en baarde een zoon, en zeide: Dewijl de HEERE gehoord heeft, dat ik gehaat was, zo heeft Hij mij ook dezen gegeven; en zij noemde zijn naam Simeon.
Genesis 49:5-7
Simeon en Levi zijn gebroeders! hun handelingen zijn werktuigen van geweld!
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd