Ezechiël 7:25
De ondergang komt; en zij zullen den vrede zoeken, maar hij zal er niet zijn.
Jesaja 57:21
De goddelozen, zegt mijn God, hebben geen vrede.
Jesaja 59:8-12
Den weg des vredes kennen zij niet; en er is geen recht in hun gangen; hun paden maken zij verkeerd voor zich zelven, al wie daarop gaat, die kent den vrede niet.
Jeremia 8:15-16
Men wacht naar vrede, maar er is niets goeds, naar tijd van genezing, maar ziet, er is verschrikking.
Klaagliederen 4:17-18
Ain. Nog bezweken ons onze ogen, ziende naar onze ijdele hulp; wij gaapten met ons gapen op een volk, dat niet kon verlossen.
Ezechiël 13:10
Daarom, ja, daarom dat zij Mijn volk verleiden, zeggende: Vrede, daar geen vrede is; en dat de een een lemen wand bouwt, en ziet, de anderen denzelven pleisteren met loze kalk.
Ezechiël 13:16
Te weten de profeten Israels, die van Jeruzalem profeteren, en voor haar een gezicht des vredes zien, waar geen vrede is, spreekt de Heere HEERE.
Micha 1:12
Want de inwoneres van Maroth is krank om des goeds wil; want een kwaad is van den HEERE afgedaald, tot aan de poort van Jeruzalem.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd