Ezra 8:35

En de weggevoerden, die uit de gevangenis gekomen waren, offerden den God Israels brandofferen; twaalf varren voor gans Israel, zes en negentig rammen, zeven en zeventig lammeren, twaalf bokken ten zondoffer; alles ten brandoffer den HEERE.

Ezra 6:17

En zij offerden, ter inwijding van dit huis Gods, honderd runderen, tweehonderd rammen, vierhonderd lammeren en twaalf geitenbokken, ten zondoffer voor gans Israel, naar het getal der stammen Israels.

Leviticus 1:1-7

En de HEERE riep Mozes, en sprak tot hem uit de tent der samenkomst, zeggende:

Numberi 7:27

Een var, een jong rund, een ram, een lam, dat eenjarig was, ten brandoffer;

2 Kronieken 29:31-32

En Jehizkia antwoordde en zeide: Nu hebt gij uw handen den HEERE gevuld, treedt toe, en brengt slachtofferen en lofofferen tot het huis des HEEREN; en de gemeente bracht slachtofferen en lofofferen en alle vrijwilligen van harte brandofferen.

Ezra 2:1

Dit zijn de kinderen van dat landschap, die optogen uit de gevangenis, van de weggevoerden, die Nebukadnezar, koning van Babel, weggevoerd had naar Babel, die naar Jeruzalem en Juda zijn wedergekeerd, een iegelijk naar zijn stad;

Psalmen 66:10-15

Want Gij hebt ons beproefd, o God! Gij hebt ons gelouterd, gelijk men het zilver loutert;

Psalmen 116:12-19

Wat zal ik den HEERE vergelden voor al Zijn weldaden aan mij bewezen?

Lukas 1:74-75

Dat wij, verlost zijnde uit de hand onzer vijanden, Hem dienen zouden zonder vreze.

Treasury of Scripture Knowledge did not add