Filippenzen 4:22
Al de heiligen groeten u, en meest die van het huis des keizers zijn.
2 Corinthiër 13:13
De genade van den Heere Jezus Christus, en de liefde van God, en de gemeenschap des Heiligen Geestes, zij met u allen. Amen.
Filippenzen 1:13
Alzo dat mijn banden in Christus openbaar geworden zijn in het ganse rechthuis, en aan alle anderen;
Handelingen 9:13
En Ananias antwoordde: Heere! ik heb uit velen gehoord van dezen man, hoeveel kwaad hij Uw heiligen in Jeruzalem gedaan heeft;
Romeinen 16:16
Groet elkander met een heiligen kus. De Gemeenten van Christus groeten ulieden.
Hebreeën 13:24
Groet al uw voorgangeren, en al de heiligen. U groeten die van Italie zijn.
1 Petrus 5:13
U groet de medeuitverkorene Gemeente, die in Babylon is, en Markus, mijn zoon.
3 Johannes 1:14
Maar ik hoop u haast te zien, en wij zullen mond tot mond spreken. [ (III John 1:15) Vrede zij u. De vrienden groeten u. Groet de vrienden met name. ]
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd