Galaten 3:24
Zo dan, de wet is onze tuchtmeester geweest tot Christus, opdat wij uit het geloof zouden gerechtvaardigd worden.
Galaten 2:16
Doch wetende, dat de mens niet gerechtvaardigd wordt uit de werken der wet, maar door het geloof van Jezus Christus, zo hebben wij ook in Christus Jezus geloofd, opdat wij zouden gerechtvaardigd worden uit het geloof van Christus, en niet uit de werken der wet; daarom dat uit de werken der wet geen vlees zal gerechtvaardigd worden.
Romeinen 10:4
Want het einde der wet is Christus, tot rechtvaardigheid een iegelijk, die gelooft.
Colossenzen 2:17
Welke zijn een schaduw der toekomende dingen, maar het lichaam is van Christus.
Mattheüs 5:17-18
Meent niet, dat Ik gekomen ben, om de wet of de profeten te ontbinden; Ik ben niet gekomen, om die te ontbinden, maar te vervullen.
Handelingen 13:38-39
Zo zij u dan bekend, mannen broeders, dat door Dezen u vergeving der zonden verkondigd wordt;
Romeinen 3:20-22
Daarom zal uit de werken der wet geen vlees gerechtvaardigd worden, voor Hem; want door de wet is de kennis der zonde.
Romeinen 7:7-9
Wat zullen wij dan zeggen? Is de wet zonde? Dat zij verre. Ja, ik kende de zonde niet dan door de wet; want ook had ik de begeerlijkheid niet geweten zonde te zijn, indien de wet niet zeide: Gij zult niet begeren.
Romeinen 7:24-25
Ik ellendig mens, wie zal mij verlossen uit het lichaam dezes doods?
1 Corinthiërs 4:15
Want al hadt gij tien duizend leermeesters in Christus, zo hebt gij toch niet vele vaders; want in Christus Jezus heb ik u door het Evangelie geteeld.
Galaten 2:19
Want ik ben door de wet der wet gestorven, opdat ik Gode leven zou.
Galaten 3:25
Maar als het geloof gekomen is, zo zijn wij niet meer onder den tuchtmeester.
Galaten 4:2-3
Maar hij is onder voogden en verzorgers, tot den tijd van den vader te voren gesteld.
Hebreeën 7:18-19
Want de vernietiging van het voorgaande gebod geschiedt om deszelfs zwakheids en onprofijtelijkheids wil;
Hebreeën 9:8-16
Waarmede de Heilige Geest dit beduidde, dat de weg des heiligdoms nog niet openbaar gemaakt was, zolang de eerste tabernakel nog stand had;
Hebreeën 10:1-14
Want de wet, hebbende een schaduw der toekomende goederen, niet het beeld zelf der zaken, kan met dezelfde offeranden, die zij alle jaren geduriglijk opofferen, nimmermeer heiligen degenen, die daar toegaan.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd