Genesis 18:7

En Abraham liep tot de runderen, en hij nam een kalf, teder en goed, en hij gaf het aan den knecht, die haastte, om dat toe te maken.

Genesis 19:3

En hij hield bij hen zeer aan, zodat zij tot hem inkeerden, en kwamen in zijn huis; en hij maakte hun een maaltijd, en bakte ongezuurde koeken, en zij aten.

Richteren 13:15-16

Toen zeide Manoach tot den Engel des HEEREN: Laat ons U toch ophouden, en een geitenbokje voor Uw aangezicht bereiden.

Amos 6:4

Die daar liggen op elpenbenen bedsteden, en weelderig zijn op hun koetsen, en eten de lammeren van de kudde, en de kalveren uit het midden van den meststal.

Maleachi 1:14

Ja, vervloekt zij de bedrieger, die een mannetje in zijn kudde heeft, en den Heere belooft, en offert, dat verdorven is! want Ik ben een groot Koning, zegt de HEERE der heirscharen, en Mijn Naam is vreselijk onder de heidenen.

Mattheüs 22:4

Wederom zond hij andere dienstknechten uit, zeggende: Zegt den genoden: Ziet, ik heb mijn middagmaal bereid; mijn ossen, en de gemeste beesten zijn geslacht, en alle dingen zijn gereed; komt tot de bruiloft.

Lukas 15:23

En brengt het gemeste kalf, en slacht het; en laat ons eten en vrolijk zijn.

Lukas 15:27

En deze zeide tot hem: Uw broeder is gekomen, en uw vader heeft het gemeste kalf geslacht, omdat hij hem gezond weder ontvangen heeft.

Lukas 15:30

Maar als deze uw zoon gekomen is, die uw goed met hoeren doorgebracht heeft, zo hebt gij hem het gemeste kalf geslacht.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain