Genesis 21:31

Daarom noemde men die plaats Ber-seba, omdat die beiden daar gezworen hadden.

Genesis 26:33

En hij noemde denzelven Seba; daarom is de naam dier stad Ber-seba, tot op dezen dag.

Genesis 21:14

Toen stond Abraham des morgens vroeg op, en nam brood, en een fles water, en gaf ze aan Hagar, die leggende op haar schouder; ook gaf hij haar het kind, en zond haar weg. En zij ging voort, en dwaalde in de woestijn Ber-seba.

Genesis 26:23

Daarna toog hij van daar op naar Ber-seba.

Jozua 15:28

En Hazar-Sual, en Beer-Seba, en Bizjotheja,

Richteren 20:1

Toen togen al de kinderen Israels uit, en de vergadering verzamelde zich, als een enig man, van Dan af tot Ber-seba toe, ook het land van Gilead, tot den HEERE te Mizpa.

2 Samuël 17:11

Maar ik rade, dat in alle haast tot u verzameld worde gans Israel, van Dan tot Ber-seba toe, als zand, dat aan de zee is, in menigte; en dat uw persoon medega in den strijd.

1 Koningen 4:25

En Juda en Israel woonden zeker, een iegelijk onder zijn wijnstok en onder zijn vijgeboom, van Dan tot Ber-seba, al de dagen van Salomo.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain