Genesis 24:18

En zij zeide: Drink, mijn heer! en zij haastte zich en liet haar kruik neder op haar hand, en gaf hem te drinken.

Genesis 24:14

Zo geschiede, dat die jonge dochter, tot welke ik zal zeggen: Neig toch uw kruik, dat ik drinke; en zij zal zeggen: Drink, en ik zal ook uw kemelen drenken; diezelve zij, die Gij Uw knecht Izak toegewezen hebt, en dat ik daaraan bekenne, dat Gij weldadigheid bij mijn heer gedaan hebt.

Spreuken 31:26

Pe. Zij doet haar mond open met wijsheid; en op haar tong is leer der goeddadigheid.

1 Petrus 3:8

En eindelijk, zijt allen eensgezind, medelijdend, de broeders liefhebbende, met innerlijke barmhartigheid bewogen, vriendelijk;

1 Petrus 4:8-9

Maar vooral hebt vurige liefde tot elkander; want de liefde zal menigte van zonden bedekken.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain