Genesis 24:44
En zij tot mij zal zeggen: Drink gij ook, en ik zal ook uw kemelen putten; dat deze die vrouw zij, die de HEERE aan den zoon van mijn heer heeft toegewezen.
Genesis 24:14
Zo geschiede, dat die jonge dochter, tot welke ik zal zeggen: Neig toch uw kruik, dat ik drinke; en zij zal zeggen: Drink, en ik zal ook uw kemelen drenken; diezelve zij, die Gij Uw knecht Izak toegewezen hebt, en dat ik daaraan bekenne, dat Gij weldadigheid bij mijn heer gedaan hebt.
Genesis 2:22
En de HEERE God bouwde de ribbe, die Hij van Adam genomen had, tot een vrouw, en Hij bracht haar tot Adam.
Spreuken 16:33
Het lot wordt in den schoot geworpen; maar het gehele beleid daarvan is van den HEERE.
Spreuken 18:22
Die een vrouw gevonden heeft, heeft een goede zaak gevonden, en hij heeft welgevallen getrokken van den HEERE.
Spreuken 19:14
Huis en goed is een erve van de vaderen; maar een verstandige vrouw is van den HEERE.
Jesaja 32:8
Maar een milddadige beraadslaagt milddadigheden, en staat op milddadigheden.
1 Timotheüs 2:10
Maar (hetwelk de vrouwen betaamt, die de godvruchtigheid belijden) door goede werken.
Hebreeën 13:2
Vergeet de herbergzaamheid niet; want hierdoor hebben sommigen onwetend engelen geherbergd.
1 Petrus 3:8
En eindelijk, zijt allen eensgezind, medelijdend, de broeders liefhebbende, met innerlijke barmhartigheid bewogen, vriendelijk;
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd