Genesis 26:25

Toen bouwde hij daar een altaar, en riep den Naam des HEEREN aan. En hij sloeg aldaar zijn tent op; en Izaks knechten groeven daar een put.

Genesis 13:18

En Abram sloeg tenten op, en kwam en woonde aan de eikenbossen van Mamre, die bij Hebron zijn; en hij bouwde aldaar den HEERE een altaar.

Psalmen 116:17

Ik zal U offeren, offerande van dankzegging, en den Naam des HEEREN aanroepen.

Genesis 12:7-8

Zo verscheen de HEERE aan Abram, en zeide: Aan uw zaad zal Ik dit land geven. Toen bouwde hij aldaar een altaar den HEERE, Die hem aldaar verschenen was.

Genesis 8:20

En Noach bouwde den HEERE een altaar; en hij nam van al het reine vee, en van al het rein gevogelte, en offerde brandofferen op dat altaar.

Genesis 13:4

Tot de plaats des altaars, dat hij in het eerst daar gemaakt had; en Abram heeft aldaar den Naam des HEEREN aangeroepen.

Genesis 22:9

En zij kwamen ter plaatse, die hem God gezegd had; en Abraham bouwde aldaar een altaar, en hij schikte het hout, en bond zijn zoon Izak, en legde hem op het altaar boven op het hout.

Genesis 33:20

En hij richte aldaar een altaar op, en noemde het: De God Israels is God!

Genesis 35:1

Daarna zeide God tot Jakob: Maak u op, trek op naar Beth-El, en woon aldaar; en maak daar een altaar dien God, Die u verscheen, toen gij vluchttet voor het aangezicht van uw broeder Ezau.

Exodus 17:15

En Mozes bouwde een altaar; en hij noemde deszelfs naam: De HEERE is mijn Banier!

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain