Genesis 30:37
Toen nam zich Jakob roeden van groen populierenhout, en van hazelaar, en van kastanjen; en hij schilde daarin witte strepen, ontblotende het wit, hetwelk aan die roeden was.
Genesis 31:9-13
Alzo heeft God uw vader het vee ontrukt, en aan mij gegeven.
Ezechiël 31:8
De cederen in Gods hof verduisterden hem niet, de dennebomen waren zijn takken niet gelijk, en de kastanjebomen waren niet gelijk zijn scheuten; geen boom in Gods hof was hem gelijk in zijn schoonheid.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd