Genesis 35:13
Toen voer God van hem op in die plaats, waar Hij met hem gesproken had.
Genesis 17:22
En Hij eindigde met hem te spreken, en God voer op van Abraham.
Genesis 18:33
Toen ging de HEERE weg, als Hij geeindigd had tot Abraham te spreken; en Abraham keerde weder naar zijn plaats.
Genesis 11:5
Toen kwam de HEERE neder, om te bezien de stad en den toren, die de kinderen der mensen bouwden.
Richteren 6:21
En de Engel des HEEREN stak het uiterste van den staf uit, die in Zijn hand was, en roerde het vlees en de ongezuurde koeken aan; toen ging er vuur op uit de rots, en verteerde het vlees en de ongezuurde koeken. En de Engel des HEEREN bekwam uit zijn ogen.
Richteren 13:20
En het geschiedde, als de vlam van het altaar opvoer naar den hemel, zo voer de Engel des HEEREN op in de vlam des altaars. Als Manoach en zijn huisvrouw dat zagen, zo vielen zij op hun aangezichten ter aarde.
Lukas 24:31
En hun ogen werden geopend, en zij kenden Hem; en Hij kwam weg uit hun gezicht.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd