Genesis 36:29

Dit zijn de vorsten der Horieten: de vorst Lotan, de vorst Sobal, de vorst Zibeon, de vorst Ana.

Genesis 36:20

Dit zijn de zonen van Seir, den Horiet, inwoners van dat land: Lotan, en Sobal, en Zibeon, en Ana,

Genesis 36:28

Dit zijn de zonen van Disan: Uz en Aran.

1 Kronieken 1:38

De kinderen van Seir nu waren Lotan, en Sobal, en Zibeon, en Ana, en Dison, en Ezer, en Disan.

1 Kronieken 1:41-42

De kinderen van Ana waren Dison; en de zonen van Dison waren Hamram, en Esban, en Jithran, en Cheran.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain