Genesis 37:23
En het geschiedde, als Jozef tot zijn broederen kwam, zo togen zij Jozef zijn rok uit, den veelvervigen rok, dien hij aanhad.
Genesis 37:3
En Israel had Jozef lief, boven al zijn zonen; want hij was hem een zoon des ouderdoms; en hij maakte hem een veelvervigen rok.
Genesis 37:31-33
Toen namen zij Jozefs rok, en zij slachtten een geitenbok, en zij doopten den rok in het bloed.
Genesis 42:21
Toen zeiden zij de een tot den ander: Voorwaar, wij zijn schuldig aan onzen broeder, wiens benauwdheid der ziele wij zagen, toen hij ons om genade bad; maar wij hoorden niet! daarom komt deze benauwdheid over ons.
Psalmen 22:18
Zij delen mijn klederen onder zich, en werpen het lot over mijn gewaad.
Mattheüs 27:28
En als zij Hem ontkleed hadden, deden zij Hem een purperen mantel om;
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd