Genesis 39:20

En Jozefs heer nam hem, en leverde hem in het gevangenhuis, ter plaatse, waar des konings gevangenen gevangen waren; alzo was hij daar in het gevangenhuis.

Genesis 40:15

Want ik ben diefelijk ontstolen uit het land der Hebreen; en ook heb ik hier niets gedaan, dat zij mij in dezen kuil gezet hebben.

Genesis 40:1-3

En het geschiedde na deze dingen, dat de schenker des konings van Egypte en de bakker, zondigden tegen hun heer, tegen den koning van Egypte.

Genesis 41:9-14

Toen sprak de overste der schenkers tot Farao, zeggende: Ik gedenk heden aan mijn zonden.

Psalmen 76:10

Want de grimmigheid des mensen zal U loffelijk maken; het overblijfsel der grimmigheden zult Gij opbinden.

Psalmen 105:18-19

Men drukte zijn voeten in den stok; zijn persoon kwam in de ijzers.

Jesaja 53:8

Hij is uit den angst en uit het gericht weggenomen; en wie zal Zijn leeftijd uitspreken? Want Hij is afgesneden uit het land der levenden; om de overtreding Mijns volks is de plage op Hem geweest.

Daniël 3:21-22

Toen werden die mannen gebonden in hun mantels, hun broeken, en hun hoeden, en hun andere klederen, en zij wierpen hen in het midden van den oven des brandenden vuurs.

2 Timotheüs 2:9

Om hetwelk ik verdrukkingen lijde tot de banden toe, als een kwaaddoener; maar het Woord Gods is niet gebonden.

1 Petrus 2:19

Want dat is genade, indien iemand om het geweten voor God zwarigheid verdraagt, lijdende ten onrechte.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain