Genesis 42:18

En ten derden dage zeide Jozef tot hen: Doet dit, zo zult gij leven; ik vrees God.

Leviticus 25:43

Gij zult geen heerschappij over hem hebben met wreedheid; maar gij zult vrezen voor uw God.

Nehemia 5:15

En de vorige landvoogden, die voor mij geweest zijn, hebben het volk bezwaard, en van hen genomen aan brood en wijn, daarna veertig zilveren sikkelen; ook heersten hun jongens over het volk; maar ik heb alzo niet gedaan, om der vreze Gods wil.

Genesis 20:11

En Abraham zeide: Want ik dacht: alleen is de vreze Gods in deze plaats niet, zodat zij mij om mijner huisvrouw wil zullen doden.

Nehemia 5:9

Voorts zeide ik: De zaak is niet goed, die gijlieden doet; zoudt gij niet wandelen in de vreze onzes Gods, om de versmading der heidenen, onze vijanden?

Lukas 18:2

Zeggende: Er was een zeker rechter in een stad, die God niet vreesde, en geen mens ontzag.

Lukas 18:4

En hij wilde voor een langen tijd niet; maar daarna zeide hij bij zichzelven: Hoewel ik God niet vreze, en geen mens ontzie;

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain