Genesis 42:8

Jozef dan kende zijn broederen; maar zij kenden hem niet.

Genesis 37:2

Dit zijn Jakobs geschiedenissen. Jozef, zijnde een zoon van zeventien jaren, weidde de kudde met zijn broeders (en hij was een jongeling), met de zonen van Bilha, en de zonen van Zilpa, zijns vaders vrouwen; en Jozef bracht hun kwaad gerucht tot hun vader.

Lukas 24:16

En hun ogen werden gehouden, dat zij Hem niet kenden.

Johannes 20:14

En als zij dit gezegd had, keerde zij zich achterwaarts, en zag Jezus staan, en zij wist niet, dat het Jezus was.

Johannes 21:4

En als het nu morgenstond geworden was, stond Jezus op den oever; doch de discipelen wisten niet, dat het Jezus was.

Treasury of Scripture Knowledge did not add