Genesis 46:13

En de zonen van Issaschar: Tola, en Puwa, en Job, en Simron.

Genesis 30:14-18

En Ruben ging in de dagen van de tarweoogst, en hij vond Dudaim in het veld, en hij bracht die tot zijn moeder Lea. Toen zeide Rachel tot Lea: Geef mij toch van uws zoons Dudaim.

Genesis 35:23

De zonen van Lea waren: Ruben, Jakobs eerstgeborene, daarna Simeon, en Levi, en Juda, en Issaschar, en Zebulon.

Genesis 49:14-15

Issaschar is een sterk gebeende ezel, nederliggende tussen twee pakken.

Numberi 1:8

Van Issaschar, Nethaneel, de zoon van Zuar.

Numberi 1:28-30

Van de zonen van Issaschar, hun geboorten, naar hun geslachten, naar het huis hunner vaderen, in het getal der namen van twintig jaren oud en daarboven, allen, die ten heire uittrokken,

Numberi 26:23-25

De zonen van Issaschar, naar hun geslachten, waren: van Tola het geslacht der Tolaieten; van Puva het geslacht der Punieten;

Deuteronomium 33:18

En van Zebulon zeide hij: Verheug u, Zebulon! over uw uittocht, en Issaschar! over uw hutten.

1 Kronieken 2:1

Dezen zijn de kinderen van Israel: Ruben, Simeon, Levi en Juda, Issaschar en Zebulon,

1 Kronieken 7:1-5

De kinderen van Issaschar waren Thola en Pua, Jasib en Simron; vier.

1 Kronieken 12:32

En van de kinderen van Issaschar, die ervaren waren in het verstand van de tijden, om te weten wat Israel doen moest; hun hoofden waren tweehonderd, en alle hun broeders pasten op hun woord;

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain