Parallel Verses
Dutch Staten Vertaling
En Jakob zegende Farao, en ging uit van Farao's aangezicht.
New American Standard Bible
And Jacob blessed Pharaoh, and went out from his presence.
Kruisreferenties
Genesis 47:7
En Jozef bracht zijn vader Jakob mede, en stelde hem voor Farao's aangezicht; en Jakob zegende Farao.
Genesis 14:19
En hij zegende hem, en zeide: Gezegend zij Abram Gode, de Allerhoogste, Die hemel en aarde bezit!
Numberi 6:23-27
Spreek tot Aaron en zijn zonen, zeggende: Alzo zult gijlieden de kinderen Israels zegenen, zeggende tot hen:
Deuteronomium 33:1
Dit nu is de zegen, met welken Mozes, de man Gods, de kinderen Israels gezegend heeft, voor zijn dood.
Ruth 2:4
En ziet, Boaz kwam van Bethlehem, en zeide tot de maaiers: De HEERE zij met ulieden! En zij zeiden tot hem: De HEERE zegene u!
2 Samuël 8:10
Zo zond Thoi zijn zoon Joram tot den koning David, om hem te vragen naar zijn welstand, en om hem te zegenen, vanwege dat hij tegen Hadad-ezer gekrijgd en hem geslagen had, (want Hadad-ezer voerde steeds krijg tegen Thoi); en in zijn hand waren zilveren vaten, en gouden vaten, en koperen vaten;
2 Samuël 19:39
Toen nu al het volk over de Jordaan gegaan was, en de koning ook was overgegaan, kuste de koning Barzillai, en zegende hem; alzo keerde hij weder naar zijn plaats.
Psalmen 119:46
Ook zal ik voor koningen spreken van Uw getuigenissen, en mij niet schamen.
Psalmen 129:8
En die voorbijgaan, niet zeggen: De zegen des HEEREN zij bij u! Wij zegenen ulieden in den Naam des HEEREN.
Hebreeën 7:7
Nu, zonder enig tegenspreken, hetgeen minder is, wordt gezegend van hetgeen meerder is.