Genesis 49:13

Zebulon zal aan de haven der zeeen wonen, en hij zal aan de haven der schepen wezen; en zijn zijde zal zijn naar Sidon.

Deuteronomium 33:18-19

En van Zebulon zeide hij: Verheug u, Zebulon! over uw uittocht, en Issaschar! over uw hutten.

Genesis 30:20

En Lea zeide: God heeft mij, mij heeft Hij begiftigd met een goede gift; ditmaal zal mijn man mij bijwonen; want ik heb hem zes zonen gebaard; en zij noemde zijn naam Zebulon.

Jozua 19:10-16

Daarna kwam het derde lot op voor de kinderen van Zebulon, naar hun huisgezinnen; en de landpale van hun erfdeel was tot aan Sarid.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain