Genesis 5:18

En Jered leefde honderd twee en zestig jaren, en hij gewon Henoch.

Genesis 4:17

En Kain bekende zijn huisvrouw, en zij werd bevrucht en baarde Henoch; en hij bouwde een stad, en noemde den naam dier stad naar den naam zijns zoons, Henoch.

1 Kronieken 1:3

Henoch, Methusalah, Lamech,

Lukas 3:37

Den zoon van Mathusala, den zoon van Enoch, den zoon van Jared, den zoon van Malaleel, den zoon van Kainan,

Judas 1:14-15

En van dezen heeft ook Enoch, de zevende van Adam, geprofeteerd, zeggende: Ziet, de Heere is gekomen met Zijn vele duizenden heiligen;

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain