Genesis 7:18
En de wateren namen de overhand, en vermeerderden zeer op de aarde; en de ark ging op de wateren.
Exodus 14:28
Want als de wateren wederkeerden, zo bedekten zij de wagenen en de ruiters van het ganse heir van Farao, dat hen nagevolgd was in de zee; er bleef niet een van hen over.
Job 22:16
Die rimpelachtig gemaakt zijn, als het de tijd niet was; een vloed is over hun grond uitgestort;
Psalmen 69:15
Laat de watervloed mij niet overstromen, en laat de diepte mij niet verslinden; en laat den put zijn mond over mij niet toesluiten.
Psalmen 104:26
Daar wandelen de schepen, en de Leviathan, dien Gij geformeerd hebt, om daarin te spelen.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd