Genesis 9:19
Deze drie waren de zonen van Noach; en van dezen is de ganse aarde overspreid.
Genesis 5:32
En Noach was vijfhonderd jaren oud; en Noach gewon Sem, Cham en Jafeth.
Genesis 8:17
Al het gedierte, dat met u is, van alle vlees, aan gevogelte, en aan vee, en aan al het kruipend gedierte, dat op de aarde kruipt, doe met u uitgaan; en dat zij overvloediglijk voorttelen op de aarde, en vruchtbaar zijn, en vermenigvuldigen op de aarde.
Genesis 10:2-32
De zonen van Jafeth zijn: Gomer, en Magog, en Madai, en Javan, en Tubal, en Mesech, en Thiras.
1 Kronieken 1:4-28
Noach, Sem, Cham en Jafeth.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd