Habakuk 3:19
De Heere HEERE is mijn Sterkte; en Hij zal mijn voeten maken als der hinden, en Hij zal mij doen treden op mijn hoogten. Voor den opperzangmeester op mijn Neginoth.
2 Samuël 22:34
Hij maakt mijn voeten gelijk als der hinden, en stelt mij op mijn hoogten.
Psalmen 18:33
Hij maakt mijn voeten gelijk als der hinden, en Hij stelt mij op mijn hoogten.
Deuteronomium 33:29
Welgelukzalig zijt gij, o Israel! wie is u gelijk? gij zijt een volk, verlost door den HEERE, het Schild uwer hulp, en Die een Zwaard is uwer hoogheid; daarom zullen zich uw vijanden geveinsdelijk aan u onderwerpen, en gij zult op hun hoogten treden!
Deuteronomium 32:13
Hij deed hem rijden op de hoogten der aarde, dat hij at de inkomsten des velds; en Hij deed hem honig zuigen uit de steenrots, en olie uit den kei der rots;
Psalmen 46:1
Een lied op Alamoth, voor den opperzangmeester, onder de kinderen van Korach. (1a) God is ons een Toevlucht en Sterkte; Hij is krachtelijk bevonden een Hulp in benauwdheden.
Psalmen 4:1-8
Een psalm van David, voor den opperzangmeester, op de Neginoth. (1a) Als ik roep, verhoor mij, o God mijner gerechtigheid! In benauwdheid hebt Gij mij ruimte gemaakt; wees mij genadig, en hoor mijn gebed.
Psalmen 27:1
Een psalm van David. De HEERE is mijn Licht en mijn Heil, voor wien zou ik vrezen? De HEERE is mijns levens kracht, voor wien zou ik vervaard zijn?
Jesaja 45:24
Men zal van Mij zeggen: Gewisselijk, in den HEERE zijn gerechtigheden en sterkte; tot Hem zal men komen; maar zij zullen beschaamd worden allen, die tegen Hem ontstoken zijn.
Psalmen 6:1-10
Een psalm van David, voor den opperzangmeester, op de Neginoth, op de Scheminith. (1a) O HEERE, straf mij niet in Uw toorn, en kastijd mij niet in Uw grimmigheid!
Psalmen 18:1
Voor den opperzangmeester, een psalm van David, de knecht des HEEREN, die de woorden dezes lieds tot den HEERE gesproken heeft, ten dage, als de HEERE hem gered had uit de hand van al zijn vijanden, en uit de hand van Saul. (1a) Hij zeide dan: Ik zal U hartelijk liefhebben, HEERE, mijn Sterkte!
Psalmen 54:1-23
Een onderwijzing van David, voor den opperzangmeester, op de Neginoth; (1a) Als de Zifieten gekomen waren, en tot Saul gezegd hadden: Verbergt zich David niet bij ons? (1b) O God! verlos mij door Uw Naam, en doe mij recht door Uw macht.
Psalmen 67:1-7
Een psalm, een lied, voor den opperzangmeester, op de Neginoth. (1a) God zij ons genadig en zegene ons; Hij doe Zijn aanschijn aan ons lichten. Sela.
Psalmen 76:1-12
Een psalm, een lied van Asaf, voor den opperzangmeester, op de Neginoth. (1a) God is bekend in Juda; Zijn Naam is groot in Israel.
Jesaja 12:2
Ziet, God is mijn Heil, ik zal vertrouwen en niet vrezen; want de Heere HEERE is mijn Sterkte en mijn Psalm, en Hij is mij tot Heil geworden.
Jesaja 58:14
Dan zult gij u verlustigen in den HEERE, en Ik zal u doen rijden op de hoogten der aarde, en Ik zal u spijzigen met de erve van uw vader Jakob; want de mond des HEEREN heeft het gesproken.
Zacharia 10:12
En Ik zal hen sterken in den HEERE, en in Zijn Naam zullen zij wandelen, spreekt de HEERE.
2 Corinthiër 12:9-10
En Hij heeft tot mij gezegd: Mijn genade is u genoeg; want Mijn kracht wordt in zwakheid volbracht. Zo zal ik dan veel liever roemen in mijn zwakheden, opdat de kracht van Christus in mij wone.
Efeziërs 3:16
Opdat Hij u geve, naar den rijkdom Zijner heerlijkheid, met kracht versterkt te worden door Zijn Geest in den inwendigen mens;
Filippenzen 4:13
Ik vermag alle dingen door Christus, Die mij kracht geeft.
Colossenzen 1:11
Met alle kracht bekrachtigd zijnde, naar de sterkte Zijner heerlijkheid, tot alle lijdzaamheid en lankmoedigheid, met blijdschap;
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd