Handelingen 13:20

En daarna omtrent vierhonderd en vijftig jaren, gaf Hij hun rechters, tot op Samuel, den profeet.

Richteren 2:16

En de HEERE verwekte richteren, die hen verlosten uit de hand dergenen, die hen beroofden;

1 Samuël 3:20

En gans Israel, van Dan tot Ber-seba toe, bekende, dat Samuel bevestigd was tot een profeet des HEEREN.

Richteren 3:10

En de Geest des HEEREN was over hem, en hij richtte Israel, en toog uit ten strijde; en de HEERE gaf Cuschan Rischataim, den koning van Syrie, in zijn hand, dat zijn hand sterk werd over Cuschan Rischataim.

Ruth 1:1

In de dagen, als de richters richtten, zo geschiedde het, dat er honger in het land was; daarom toog een man van Bethlehem-Juda, om als vreemdeling te verkeren in de velden Moabs, hij, en zijn huisvrouw, en zijn twee zonen.

1 Samuël 12:11

En de HEERE zond Jerubbaal, en Bedan, en Jeftha, en Samuel, en Hij rukte u uit de hand uwer vijanden rondom, alzo dat gij zeker woondet.

2 Samuël 7:11

En van dien dag af, dat Ik geboden heb richters te wezen over Mijn volk Israel. Doch u heb Ik rust gegeven van al uw vijanden. Ook geeft u de HEERE te kennen, dat de HEERE u een huis maken zal.

2 Koningen 23:22

Want gelijk dit pascha was er geen gehouden, van de dagen der richteren af, die Israel gericht hadden, noch in al de dagen der koningen van Israel, noch der koningen van Juda.

1 Kronieken 17:6

Overal, waar Ik gewandeld heb met geheel Israel, heb Ik wel een woord gesproken tot een van de richters van Israel, denwelken Ik gebood Mijn volk te weiden, zeggende: Waarom bouwt gijlieden Mij geen cederen huis?

Handelingen 3:24

En ook al de profeten, van Samuel aan, en die daarna gevolgd zijn, zovelen als er hebben gesproken, die hebben ook deze dagen te voren verkondigd.

Treasury of Scripture Knowledge did not add