Handelingen 14:11

En de scharen, ziende, hetgeen Paulus gedaan had, verhieven hun stemmen, en zeiden in het Lycaonisch: De goden zijn den mensen gelijk geworden, en tot ons nedergekomen.

Handelingen 8:10

Welken zij allen aanhingen, van den kleine tot den grote, zeggende: Deze is de grote kracht Gods.

Handelingen 28:6

En zij verwachtten, dat hij zou opzwellen, of terstond dood nedervallen. Maar als zij lang gewacht hadden, en zagen, dat geen ongemak hem overkwam, werden zij veranderd, en zeiden, dat hij een god was.

Handelingen 12:22

En het volk riep hem toe: Een stem Gods, en niet eens mensen!

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain