Handelingen 18:13

Zeggende: Deze raadt den mensen aan, dat zij God zouden dienen tegen de wet.

Handelingen 6:13

En stelden valse getuigen, die zeiden: Deze mens houdt niet op lasterlijke woorden te spreken tegen deze heilige plaats en de wet.

Handelingen 18:4

En hij handelde op elken sabbat in de synagoge, en bewoog tot het geloof Joden en Grieken.

Handelingen 18:15

Maar indien er geschil is over een woord, en namen, en over de wet, die onder u is, zo zult gij zelven toezien; want ik wil over deze dingen geen rechter zijn.

Handelingen 21:28

Roepende: Gij Israelietische mannen, komt te hulp! Deze is de mens, die tegen het volk, en de wet, en deze plaats allen man overal leert; en bovendien heeft hij ook Grieken in den tempel gebracht, en heeft deze heilige plaats ontheiligd.

Handelingen 24:5-6

Want wij hebben dezen man bevonden te zijn een pest, en een, die oproer verwekt onder al de Joden, door de ganse wereld, en een oppersten voorstander van de sekte der Nazarenen.

Handelingen 25:8

Dewijl hij, antwoordende, zeide: Ik heb noch tegen de wet der Joden, noch tegen den tempel, noch tegen den keizer iets gezondigd.

Treasury of Scripture Knowledge did not add

Public domain