Handelingen 20:12

En zij brachten den knecht levende, en waren bovenmate vertroost.

Jesaja 40:1

Troost, troost Mijn volk, zal ulieder God zeggen.

2 Corinthiër 1:4

Die ons vertroost in al onze verdrukking, opdat wij zouden kunnen vertroosten degenen, die in allerlei verdrukking zijn, door de vertroosting, met welke wij zelven van God vertroost worden.

Efeziërs 6:22

Denwelken ik tot datzelfde einde tot u gezonden heb, opdat gij onze zaken zoudt weten, en hij uw harten zou vertroosten.

1 Thessalonicenzen 3:2

En hebben gezonden Timotheus, onzen broeder, en Gods dienaar, en onzen medearbeider in het Evangelie van Christus, om u te versterken, en u te vermanen van uw geloof;

1 Thessalonicenzen 4:18

Zo dan, vertroost elkander met deze woorden.

1 Thessalonicenzen 5:11

Daarom vermaant elkander, en sticht de een den anderen, gelijk gij ook doet.

1 Thessalonicenzen 5:14

En wij bidden u, broeders, vermaant de ongeregelden, vertroost de kleinmoedigen, ondersteunt de zwakken, zijt lankmoedig jegens allen.

2 Thessalonicenzen 2:16

En onze Heere Jezus Christus Zelf, en onze God en Vader, Die ons heeft liefgehad, en gegeven heeft een eeuwige vertroosting en goede hoop in genade,

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain