Handelingen 24:21

Dan van dit enig woord, hetwelk ik riep, staande onder hen: Over de opstanding der doden word ik heden van ulieden geoordeeld!

Handelingen 23:6

En Paulus wetende dat het ene deel was van de Sadduceen, en het andere van de Farizeen, riep in den raad: Mannen broeders, ik ben een Farizeer, eens Farizeers zoon; ik word over de hoop en opstanding der doden geoordeeld.

Handelingen 4:2

Zeer ontevreden zijnde, omdat zij het volk leerden, en verkondigden in Jezus de opstanding uit de doden.

Handelingen 26:6-8

En nu sta ik, en word geoordeeld over de hoop der belofte, die van God tot de vaderen geschied is;

Handelingen 28:20

Om deze oorzaak dan heb ik u bij mij geroepen, om u te zien en aan te spreken; want vanwege de hope Israels ben ik met deze keten omvangen.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain