Handelingen 27:18

En alzo wij van het onweder geweldiglijk geslingerd werden, deden zij den volgende dag een uitworp;

Jona 1:5

Toen vreesden de zeelieden, en riepen een iegelijk tot zijn god, en wierpen de vaten, die in het schip waren, in de zee, om het van dezelve te verlichten; maar Jona was nedergegaan aan de zijden van het schip, en lag neder, en was met een diepen slaap bevangen.

Handelingen 27:38

En als zij met spijze verzadigd waren, lichtten zij het schip, en wierpen het koren uit in de zee.

Handelingen 27:19

En den derden dag wierpen wij met onze eigen handen het scheepsgereedschap uit.

Psalmen 107:27

Zij dansen en waggelen als een dronken man, en al hun wijsheid wordt verslonden.

Mattheüs 16:26

Want wat baat het een mens, zo hij de gehele wereld gewint, en lijdt schade zijner ziel? Of wat zal een mens geven, tot lossing van zijn ziel?

Lukas 16:8

En de heer prees den onrechtvaardigen rentmeester, omdat hij voorzichtiglijk gedaan had; want de kinderen dezer wereld zijn voorzichtiger, dan de kinderen des lichts, in hun geslacht.

Filippenzen 3:7-8

Maar hetgeen mij gewin was, dat heb ik om Christus' wil schade geacht.

Hebreeën 12:1

Daarom dan ook, alzo wij zo groot een wolk der getuigen rondom ons hebben liggende, laat ons afleggen allen last, en de zonde, die ons lichtelijk omringt, en laat ons met lijdzaamheid lopen de loopbaan, die ons voorgesteld is;

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain