Handelingen 6:4
Maar wij zullen volharden in het gebed, en in de bediening des Woords.
Handelingen 1:14
Deze allen waren eendrachtelijk volhardende in het bidden en smeken, met de vrouwen, en Maria, de moeder van Jezus, en met Zijn broederen.
Handelingen 2:42
En zij waren volhardende in de leer der apostelen, en in de gemeenschap, en in de breking des broods, en in de gebeden.
Handelingen 13:2-3
En als zij den Heere dienden, en vastten, zeide de Heilige Geest: Zondert Mij af beiden Barnabas en Saulus tot het werk, waartoe Ik hen geroepen heb.
Handelingen 20:19-31
Dienende den Heere met alle ootmoedigheid, en vele tranen, en verzoekingen, die mij overkomen zijn door de lagen der Joden;
Romeinen 1:9
Want God is mijn Getuige, Welken ik diene in mijn geest, in het Evangelie Zijns Zoons, hoe ik zonder nalaten uwer gedenke;
Romeinen 12:6-8
Hebbende nu verscheidene gaven, naar de genade, die ons gegeven is,
1 Corinthiërs 9:16
Want indien ik het Evangelie verkondige, het is mij geen roem; want de nood is mij opgelegd. En wee mij, indien ik het Evangelie niet verkondig!
Efeziërs 1:15-17
Daarom ook ik, gehoord hebbende het geloof in den Heere Jezus, dat onder u is, en de liefde tot al de heiligen,
Efeziërs 3:14-21
Om deze oorzaak buig ik mijn knieen tot den Vader van onzen Heere Jezus Christus,
Filippenzen 1:4
(Te allen tijd in al mijn gebed voor u allen met blijdschap het gebed doende)
Filippenzen 1:9-11
En dit bid ik God, dat uw liefde nog meer en meer overvloedig worde in erkentenis en alle gevoelen;
Colossenzen 1:9-13
Waarom ook wij, van dien dag af dat wij het gehoord hebben, niet ophouden voor u te bidden en te begeren, dat gij moogt vervuld worden met de kennis van Zijn wil, in alle wijsheid en geestelijk verstand;
Colossenzen 2:1
Want ik wil, dat gij weet, hoe groten strijd ik voor u heb, en voor degenen, die te Laodicea zijn, en zo velen als er mijn aangezicht in het vlees niet hebben gezien;
Colossenzen 4:12
U groet Epafras, die uit de uwen is, een dienstknecht van Christus, te allen tijde strijdende voor u in de gebeden, opdat gij staan moogt volmaakt en volkomen in al den wil van God.
Colossenzen 4:17
En zegt aan Archippus: Zie op de bediening, die gij aangenomen hebt in de Heere, dat gij die vervult.
1 Timotheüs 4:13-16
Houd aan in het lezen, in het vermanen, in het leren, totdat ik kome.
2 Timotheüs 4:2
Predik het woord; houd aan tijdelijk, ontijdelijk; wederleg, bestraf, vermaan in alle lankmoedigheid en leer.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd