Handelingen 9:7

En de mannen, die met hem over weg reisden, stonden verbaasd, horende wel de stem, maar niemand ziende.

Handelingen 22:9

En die met mij waren, zagen wel het licht, en werden zeer bevreesd; maar de stem Desgenen, Die tot mij sprak, hoorden zij niet.

Daniël 10:7

En ik, Daniel, alleen zag dat gezicht, maar de mannen, die bij mij waren, zagen dat gezicht niet; doch een grote verschrikking viel op hen, en zij vloden, om zich te versteken.

Johannes 12:29

De schare dan, die daar stond, en dit hoorde, zeide, dat er een donderslag geschied was. Anderen zeiden: Een engel heeft tot Hem gesproken.

Mattheüs 24:40-41

Alsdan zullen er twee op den akker zijn, de een zal aangenomen, en de ander zal verlaten worden.

Handelingen 26:13-14

Zag ik, o koning, in het midden van den dag, op den weg een licht, boven den glans der zon, van den hemel mij en degenen, die met mij reisden, omschijnende.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd