Hebreeën 12:6

Want dien de Heere liefheeft, kastijdt Hij, en Hij geselt een iegelijken zoon, die Hij aanneemt.

Openbaring 3:19

Zo wie Ik liefheb, die bestraf en kastijd Ik; wees dan ijverig, en bekeer u.

Psalmen 119:75

Ik weet, HEERE! dat Uw gerichten de gerechtigheid zijn, en dat Gij mij uit getrouwheid verdrukt hebt.

Spreuken 3:12

Want de HEERE kastijdt dengene, dien Hij liefheeft, ja, gelijk een vader den zoon, in denwelken hij een welbehagen heeft.

Deuteronomium 8:5

Bekent dan in uw hart, dat de HEERE, uw God, u kastijdt, gelijk als een man zijn zoon kastijdt.

2 Samuël 7:14

Ik zal hem zijn tot een Vader, en hij zal Mij zijn tot een zoon; dewelke als hij misdoet, zo zal Ik hem met een mensenroede en met plagen der mensenkinderen straffen.

Psalmen 32:1-5

Een onderwijzing van David. Welgelukzalig is hij, wiens overtreding vergeven, wiens zonde bedekt is.

Psalmen 73:14-15

Dewijl ik den gansen dag geplaagd ben, en mijn straffing is er alle morgens.

Psalmen 89:30-34

Indien zijn kinderen Mijn wet verlaten, en in Mijn rechten niet wandelen;

Psalmen 94:12

Welgelukzalig is de man, o HEERE! dien Gij tuchtigt, en dien Gij leert uit Uw wet,

Psalmen 119:71

Het is mij goed, dat ik verdrukt ben geweest, opdat ik Uw inzettingen leerde.

Spreuken 13:24

Die zijn roede inhoudt, haat zijn zoon; maar die hem liefheeft, zoekt hem vroeg met tuchtiging.

Jesaja 27:9

Daarom zal daardoor de ongerechtigheid van Jakob verzoend worden, en dit is de ganse vrucht, dat Hij deszelfs zonde zal wegdoen, wanneer Hij al de stenen des altaar maken zal als verstrooide kalkstenen, de bossen en de zonnebeelden zullen niet bestaan.

Jeremia 10:24

Kastijd mij, HEERE! doch met mate; niet in Uw toorn, opdat Gij mij niet te niet maakt.

Hebreeën 12:7-8

Indien gij de kastijding verdraagt, zo gedraagt Zich God jegens u als zonen; (want wat zoon is er, dien de vader niet kastijdt?)

Jakobus 1:12

Zalig is de man, die verzoeking verdraagt; want als hij beproefd zal geweest zijn, zal hij de kroon des levens ontvangen, welke de Heere beloofd heeft dengenen, die Hem liefhebben.

Jakobus 5:11

Ziet, wij houden hen gelukzalig, die verdragen; gij hebt de verdraagzaamheid van Job gehoord, en gij hebt het einde des Heeren gezien, dat de Heere zeer barmhartig is en een Ontfermer.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain