Jakobus 5:8

Weest gij ook lankmoedig, versterkt uw harten; want de toekomst des Heeren genaakt.

1 Petrus 4:7

En het einde aller dingen is nabij; zijt dan nuchteren, en waakt in de gebeden.

Psalmen 27:14

Wacht op den HEERE, zijt sterk, en Hij zal uw hart versterken, ja, wacht op den HEERE.

Psalmen 37:7

Daleth. Zwijg den HEERE, en verbeid Hem; ontsteek u niet over dengene, wiens weg voorspoedig is; over een man, die listige aanslagen uitvoert.

Psalmen 40:1-3

Davids psalm, voor den opperzangmeester. (1a) Ik heb den HEERE lang verwacht; en Hij heeft Zich tot mij geneigd, en mijn geroep gehoord.

Psalmen 130:5

Ik verwacht den HEERE; mijn ziel verwacht, en ik hoop op Zijn Woord.

Filippenzen 4:5

Uw bescheidenheid zij allen mensen bekend. De Heere is nabij.

Genesis 49:18

Op uw zaligheid wacht ik, HEERE!

Klaagliederen 3:25-26

Teth. De HEERE is goed dengenen, die Hem verwachten, der ziele, die Hem zoekt.

Micha 7:7

Maar ik zal uitzien naar den HEERE, ik zal wachten op de God mijns heils; mijn God zal mij horen.

Habakuk 2:3

Want het gezicht zal nog tot een bestemden tijd zijn, dan zal Hij het op het einde voortbrengen, en niet liegen; zo Hij vertoeft, verbeid Hem, want Hij zal gewisselijk komen, Hij zal niet achterblijven.

Romeinen 8:25

Maar indien wij hopen, hetgeen wij niet zien, zo verwachten wij het met lijdzaamheid.

Romeinen 13:11-12

En dit zeg ik te meer, dewijl wij de gelegenheid des tijds weten, dat het de ure is, dat wij nu uit den slaap opwaken; want de zaligheid is ons nu nader, dan toen wij eerst geloofd hebben.

1 Thessalonicenzen 1:10

En Zijn Zoon uit de hemelen te verwachten, Denwelken Hij uit de doden verwekt heeft, namelijk Jezus, Die ons verlost van den toekomenden toorn.

1 Thessalonicenzen 3:13

Opdat Hij uw harten versterke, om onberispelijk te zijn in heiligmaking, voor onzen God en Vader, in de toekomst van onzen Heere Jezus Christus met al Zijn heiligen.

2 Thessalonicenzen 3:5

Doch de Heere richte uw harten tot de liefde van God, en tot de lijdzaamheid van Christus.

Hebreeën 10:25-37

En laat ons onze onderlinge bijeenkomst niet nalaten, gelijk sommigen de gewoonte hebben, maar elkander vermanen; en dat zoveel te meer, als gij ziet, dat de dag nadert.

Jakobus 5:9

Zucht niet tegen elkander, broeders, opdat gij niet veroordeeld wordt; ziet, de Rechter staat voor de deur.

Openbaring 22:20

Die deze dingen getuigt, zegt: Ja, Ik kom haastiglijk. Amen. Ja, kom, Heere Jezus!

Galaten 5:22

Maar de vrucht des Geestes is liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid, goedertierenheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid, matigheid.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain