Jeremia 10:11
(Aldus zult gijlieden tot hen zeggen: De goden, die den hemel en de aarde niet gemaakt hebben, zullen vergaan van de aarde, en van onder dezen hemel.)
Psalmen 96:5
Want al de goden der volken zijn afgoden; maar de HEERE heeft de hemelen gemaakt.
Jesaja 2:18
En elkeen der afgoden zal ganselijk vergaan.
Jeremia 10:15
Ijdelheid zijn zij, een werk van verleidingen; ten tijde hunner bezoeking zullen zij vergaan.
Zefanja 2:11
Vreselijk zal de HEERE tegen hen wezen, want Hij zal al de goden der aarde doen uitteren; en een iegelijk uit zijn plaats zal Hem aanbidden, al de eilanden der heidenen.
Zacharia 13:2
En het zal te dien dage geschieden, spreekt de HEERE der heirscharen, dat Ik uitroeien zal uit het land de namen der afgoden, dat zij niet meer gedacht zullen worden; ja, ook de profeten, en den onreinen geest zal Ik uit het land wegdoen.
Jeremia 51:18
Ijdelheid zijn zij, een werk van verleidingen; ten tijde hunner bezoeking zullen zij vergaan.
Klaagliederen 3:66
Thau. Vervolg ze met toorn, en verdelg ze van onder den hemel des HEEREN.
Openbaring 20:2
En hij greep den draak, den oude slang, welke is de duivel en satanas, en bond hem duizend jaren;
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd