Jeremia 16:20
Zal een mens zich goden maken? Zij zijn toch geen goden.
Jesaja 37:19
En hebben hun goden in het vuur geworpen; want zij waren geen goden, maar het werk van mensenhanden, hout en steen; daarom hebben zij die verdorven.
Psalmen 115:4-8
Hunlieder afgoden zijn zilver en goud, het werk van des mensen handen;
Jeremia 2:11
Heeft ook een volk de goden veranderd, hoewel dezelve geen goden zijn? Nochtans heeft Mijn volk zijn Eer veranderd in hetgeen geen nut doet.
Hosea 8:4-6
Zij hebben koningen gemaakt, maar niet uit Mij; zij hebben vorsten gesteld, maar Ik heb het niet gekend; van hun zilver en hun goud hebben zij voor zichzelven afgoden gemaakt, opdat zij uitgeroeid worden.
Galaten 4:8
Maar toen, als gij God niet kendet, diendet gij degenen, die van nature geen goden zijn;
Psalmen 135:14-18
Want de HEERE zal Zijn volk richten, en het zal Hem berouwen over Zijn knechten.
Jesaja 36:19
Waar zijn de goden van Hamath en Arpad? Waar zijn de goden van Sefarvaim? Hebben zij ook Samaria van mijn hand gered?
Handelingen 19:26
En gij ziet en hoort, dat deze Paulus veel volk, niet alleen van Efeze, maar ook bijna van geheel Azie, overreed en afgekeerd heeft, zeggende, dat het geen goden zijn, die met handen gemaakt worden.
Galaten 1:8
Doch al ware het ook, dat wij, of een engel uit den hemel u een Evangelie verkondigde, buiten hetgeen wij u verkondigd hebben, die zij vervloekt.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd