Jeremia 20:1
Als Pashur, de zoon van Immer, de priester (deze nu was bestelde voorganger in het huis des HEEREN), Jeremia hoorde, diezelve woorden profeterende,
1 Kronieken 24:14
Het vijftiende voor Bilga, het zestiende voor Immer,
2 Koningen 25:18
Ook nam de overste der trawanten Seraja, den hoofdpriester, en Zefanja, den tweeden priester, en de drie dorpelbewaarders.
Ezra 2:37-38
De kinderen van Immer, duizend twee en vijftig.
2 Kronieken 35:8
Ook gaven zijn vorsten tot een vrijwillig offer voor het volk, voor de priesteren, en voor de Levieten; Hilkia, en Zacharia, en Jehiel, de oversten van het huis Gods, gaven den priesteren tot paasofferen, twee duizend en zeshonderd klein vee, en driehonderd runderen.
Nehemia 7:40-41
De kinderen van Immer, duizend twee en vijftig;
Handelingen 4:1
En terwijl zij tot het volk spraken, kwamen daarover tot hen de priesters, en de hoofdman des tempels, en de Sadduceen;
Handelingen 5:24
Toen nu de hoge priester en de hoofdman des tempels, en de overpriesters deze woorden hoorden, werden zij twijfelmoedig over hen, wat toch dit worden zou.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd