Jeremia 28:2
Zo spreekt de HEERE der heirscharen, de God Israels, zeggende: Ik heb het juk des konings van Babel verbroken.
Jeremia 27:2-12
Alzo zeide de HEERE tot mij: Maak u banden en jukken, en doe die aan uw hals;
Ezechiël 13:5-16
Gij zijt in de bressen niet opgetreden, noch hebt den muur toegemuurd voor het huis Israels, om in den strijd te staan, ten dage des HEEREN.
Micha 3:11
Haar hoofden rechten om geschenken, en haar priesters leren om loon, en haar profeten waarzeggen om geld; nog steunen zij op den HEERE, zeggende: Is de HEERE niet in het midden van ons? Ons zal geen kwaad overkomen.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd