Jeremia 4:3
Want zo zegt de HEERE tot de mannen van Juda, en tot Jeruzalem: Braakt ulieden een braakland, en zaait niet onder de doornen.
Hosea 10:12
Zaait u tot gerechtigheid, maait tot weldadigheid; braakt u een braakland; dewijl het tijd is den HEERE te zoeken, totdat Hij kome, en over u de gerechtigheid regene.
Mattheüs 13:7
En een ander deel viel in de doornen; en de doornen wiesen op, en verstikten hetzelve.
Mattheüs 13:22
En die in de doornen bezaaid is, deze is degene, die het Woord hoort; en de zorgvuldigheid dezer wereld, en de verleiding des rijkdoms verstikt het Woord, en het wordt onvruchtbaar.
Markus 4:7
En het andere viel in de doornen, en de doornen wiesen op, en verstikten hetzelve, en het gaf geen vrucht.
Lukas 8:7
En het andere viel in het midden van de doornen, en de doornen mede opwassende, verstikten hetzelve.
Lukas 8:14
En dat in de doornen valt, zijn dezen, die gehoord hebben, en heengaande verstikt worden door de zorgvuldigheden, en rijkdom, en wellusten des levens, en voldragen geen vrucht.
Genesis 3:18
Ook zal het u doornen en distelen voortbrengen, en gij zult het kruid des velds eten.
Markus 4:18-19
En dezen zijn, die in de doornen bezaaid worden, namelijk degenen, die het Woord horen;
Galaten 6:7-8
Dwaalt niet; God laat Zich niet bespotten; want zo wat de mens zaait, dat zal hij ook maaien.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd