Jeremia 46:15
Waarom zijn uw sterken weggeveegd? Zij stonden niet, omdat hen de HEERE voortdreef.
Jesaja 66:15-16
Want ziet, de HEERE zal met vuur komen, en Zijn wagenen als een wervelwind; om met grimmigheid Zijn toorn hiertoe te wenden, en Zijn schelding met vuurvlammen.
Psalmen 18:14
En Hij zond Zijn pijlen uit, en verstrooide ze; en Hij vermenigvuldigde de bliksemen, en verschrikte ze.
Psalmen 18:39
Want Gij omgorddet mij met kracht ten strijde; Gij deedt onder mij nederbukken, die tegen mij opstonden.
Psalmen 68:2
Gij zult hen verdrijven, gelijk rook verdreven wordt; gelijk was voor het vuur smelt, zullen de goddelozen vergaan van Gods aangezicht.
Jeremia 46:5
Waarom zie Ik, dat zij versaagd en achterwaarts gedreven zijn? Zelfs hun helden zijn verslagen, en nemen de vlucht, en zien niet om; er is schrik van rondom, spreekt de HEERE.
Exodus 6:1
Verder sprak God tot Mozes, en zeide tot hem: Ik ben de HEERE,
Deuteronomium 11:23
Zo zal de HEERE al deze volken voor uw aangezicht uit de bezitting verdrijven, en gij zult erfelijk bezitten groter en machtiger volken, dan gij zijt.
Richteren 5:20-21
Van den hemel streden zij, de sterren uit haar loopplaatsen streden tegen Sisera.
Psalmen 44:2
Gij hebt de heidenen met Uw hand uit de bezitting verdreven, maar henlieden geplant; Gij hebt de volken geplaagd, henlieden daarentegen doen voortschieten.
Psalmen 114:2-7
Zo werd Juda tot Zijn heiligdom, Israel Zijn volkomene heerschappij.
Jeremia 46:21
Zelfs haar gehuurden in haar midden zijn als gemeste kalveren; maar die hebben zich ook gewend, zij zijn te zamen gevlucht, zij hebben niet gestaan; want de dag huns verderfs is over hen gekomen, de tijd hunner bezoeking.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd