Jeremia 51:40

Ik zal hen afvoeren als lammeren om te slachten, als rammen met bokken.

Jeremia 50:27

Doodt met het zwaard al haar varren, laat ze afgaan ter slachting; wee over hen, want hun dag is gekomen, de tijd hunner bezoeking!

Psalmen 37:20

Caph. Maar de goddelozen zullen vergaan, en de vijanden des HEEREN zullen verdwijnen, als het kostelijkste der lammeren; met den rook zullen zij verdwijnen.

Psalmen 44:22

Maar om Uwentwil worden wij den gansen dag gedood; wij worden geacht als slachtschapen.

Jesaja 34:6

Het zwaard des HEEREN is vol van bloed, het is vet geworden van smeer, van het bloed der lammeren en der bokken, van het smeer der nieren van de rammen; want de HEERE heeft een slachtoffer te Bozra, en een grote slachting in het land der Edomieten.

Ezechiël 39:18

Het vlees der helden zult gij eten, en het bloed van de vorsten der aarde drinken; der rammen, der lammeren, en bokken, en varren, die altemaal gemesten van Basan zijn.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain