Jesaja 14:7

De ganse aarde rust, zij is stil; zij maken groot geschal met gejuich.

Psalmen 126:1-3

Een lied Hammaaloth. Als de HEERE de gevangenen Sions wederbracht, waren wij gelijk degenen, die dromen.

Psalmen 98:7-9

De zee bruise met haar volheid, de wereld met degenen, die daarin wonen.

Jesaja 49:13

Juicht, gij hemelen! en verheug u, gij aarde! en gij bergen! maakt gedreun met gejuich; want de HEERE heeft Zijn volk vertroost, en Hij zal Zich over Zijn ellendigen ontfermen.

Psalmen 96:11-13

Dat de hemelen zich verblijden, en de aarde zich verheuge, dat de zee bruise met haar volheid.

Psalmen 98:1

Een psalm. Zingt den HEERE een nieuw lied; want Hij heeft wonderen gedaan; Zijn rechterhand, en de arm Zijner heiligheid, heeft Hem heil gegeven.

Spreuken 11:10

Een stad springt op van vreugde over het welvaren der rechtvaardigen; en als de goddelozen vergaan, is er gejuich.

Jeremia 51:48

En de hemel en de aarde, mitsgaders al wat daarin is, zullen juichen over Babel; want van het noorden zullen haar de verstoorders aankomen, spreekt de HEERE.

Openbaring 18:20

Bedrijft vreugde over haar, gij hemel, en gij heilige apostelen, en gij profeten, want God heeft uw oordeel aan haar geoordeeld.

Openbaring 19:1-6

En na dezen hoorde ik als een grote stem ener grote schare in den hemel, zeggende: Halleluja, de zaligheid, en de heerlijkheid, en de eer, en de kracht zij den Heere, onzen God.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain