Jesaja 23:3

En wiens inkomst was het zaad van Sichor over de grote wateren, de oogst der rivier; en zij was de markt der heidenen.

1 Kronieken 13:5

David dan vergaderde gans Israel van het Egyptische Sichor af, tot daar men komt te Hamath, om de ark Gods te brengen van Kirjath-Jearim.

Jeremia 2:18

En nu, wat hebt gij te doen met den weg van Egypte, om de wateren van Sihor te drinken? En wat hebt gij te doen met den weg van Assur, om de wateren der rivier te drinken?

Deuteronomium 11:10

Want het land, waar gij naar toe gaat, om dat te erven, is niet als Egypteland, van waar gij uitgegaan zijt, hetwelk gij bezaaidet met uw zaad, en bewaterdet met uw gang, als een kruidhof.

Jesaja 19:7

Het papiergewas bij de stromen, aan de oevers der stromen, en al het gezaaide aan de stromen, zal verdrogen; het zal weggestoten worden, en niet meer zijn.

Jesaja 23:8

Wie heeft dit beraadslaagd over Tyrus, die kronende stad, welker kooplieden vorsten zijn, welker handelaars de heerlijkste in het land zijn?

Jesaja 32:20

Welgelukzalig zijt gijlieden, die aan alle wateren zaait; gij, die den voet des osses en des ezels derwaarts henenzendt!

Ezechiël 27:3-23

En zeg tot Tyrus, die daar woont aan de ingangen der zee, handelende met de volken in vele eilanden: Zo zegt de Heere HEERE: O Tyrus! gij zegt: Ik ben volmaakt in schoonheid.

Ezechiël 27:33

Als uw marktwaren uit de zeeen voortkwamen, hebt gij vele volken verzadigd; met de veelheid uwer goederen en uw onderlingen koophandel, hebt gij de koningen der aarde rijk gemaakt.

Ezechiël 28:4

Door uw wijsheid en door uw verstand, hebt gij vermogen voor u verkregen; ja, gij hebt goud en zilver verkregen in uw schatten.

Joël 3:5

Omdat gij Mijn zilver en Mijn goud hebt weggenomen, en hebt Mijn beste kleinodien in uw tempels gebracht.

Openbaring 18:11-13

En de kooplieden der aarde zullen wenen en rouw maken over haar, omdat niemand hun waren meer koopt;

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain