1 Wee de hovaardige kroon der dronkenen van Efraim, welker heerlijk sieraad is een afvallende bloem, die daar is op het hoofd der zeer vette vallei, der geslagenen van den wijn.
1 Woe to the proud crown of the drunkards of Ephraim,And to the fading flower of its glorious beauty,Which is at the head of the fertile valleyOf those who are overcome with wine!
2 Ziet, de Heere heeft een sterke en machtige, er is gelijk een hagelvloed, een poort des verderfs; gelijk een vloed der sterke wateren; die overvloeien, zal Hij ze ter aarde nederwerpen met de hand.
2 Behold, the Lord has a strong and mighty agent;As a storm of hail, a tempest of destruction,Like a storm of mighty overflowing waters,He has cast it down to the earth with His hand.
4 En de afvallende bloem zijns heerlijken sieraads, die op het hoofd der zeer vette vallei is, zal zijn gelijk een vroegrijpe vrucht voor den zomer, welke, wanneer ze iemand ziet, terwijl zij nog in zijn hand is, slokt hij ze op.
4 And the fading flower of its glorious beauty,Which is at the head of the fertile valley,Will be like the first-ripe fig prior to summer,Which one sees,And as soon as it is in his hand,He swallows it.
7 En ook dwalen dezen van den wijn, en zij dolen van den sterken drank; de priester en de profeet dwalen van den sterken drank; zij zijn verslonden van den wijn, zij dolen van sterken drank; zij dwalen in het gezicht; zij waggelen in het gericht.
7 And these also reel with wine and stagger from strong drink:The priest and the prophet reel with strong drink,They are confused by wine, they stagger from strong drink;They reel while having visions,They totter when rendering judgment.
13 Zo zal hun het woord des HEEREN zijn; gebod op gebod, gebod op gebod, regel op regel, regel op regel, hier een weinig, daar een weinig; opdat zij heengaan, en achterwaarts vallen, en verbreken, en verstrikt en gevangen worden.
13 So the word of the Lord to them will be,“Order on order, order on order,Line on line, line on line,A little here, a little there,”That they may go and stumble backward, be broken, snared and taken captive.
15 Omdat gijlieden zegt: Wij hebben een verbond met den dood gemaakt, en met de hel hebben wij een voorzichtig verdrag gemaakt; wanneer de overvloeiende gesel doortrekken zal, zal hij tot ons niet komen; want wij hebben de leugen ons tot een toevlucht gesteld, en onder de valsheid hebben wij ons verborgen.
15 Because you have said, “We have made a covenant with death,And with Sheol we have made a pact.The overwhelming scourge will not reach us when it passes by,For we have made falsehood our refuge and we have concealed ourselves with deception.”
16 Daarom, alzo zegt de Heere HEERE: Ziet, Ik leg een grondsteen in Sion, een beproefden steen, een kostelijken hoeksteen, die wel vast gegrondvest is; wie gelooft, die zal niet haasten.
16 Therefore thus says the Lord God,“Behold, I am laying in Zion a stone, a tested stone,A costly cornerstone for the foundation, firmly placed.He who believes in it will not be disturbed.
17 En Ik zal het gericht stellen naar het richtsnoer, en de gerechtigheid naar het paslood; en de hagel zal de toevlucht der leugen wegvagen, en de wateren zullen de schuilplaats overlopen.
17 “I will make justice the measuring lineAnd righteousness the level;Then hail will sweep away the refuge of liesAnd the waters will overflow the secret place.
18 En ulieder verbond met den dood zal te niet worden, en uw voorzichtig verdrag met de hel zal niet bestaan; wanneer de overvloeiende gesel doortrekken zal, dan zult gijlieden van denzelven vertreden worden.
18 “Your covenant with death will be canceled,And your pact with Sheol will not stand;When the overwhelming scourge passes through,Then you become its trampling place.
19 Van den tijd af, als hij doortrekt, zal hij ulieden wegnemen, want allen morgen zal hij doortrekken, bij dag en bij nacht; en het zal geschieden, dat het gerucht te verstaan, enkel beroering wezen zal.
19 “As often as it passes through, it will seize you;For morning after morning it will pass through, anytime during the day or night,And it will be sheer terror to understand what it means.”
21 Want de HEERE zal Zich opmaken, gelijk op den berg Perazim, Hij zal beroerd zijn, gelijk in het dal van Gibeon, om Zijn werk te doen, Zijn werk zal vreemd zijn; en om Zijn daad te doen, Zijn daad zal vreemd zijn!
21 For the Lord will rise up as at Mount Perazim,He will be stirred up as in the valley of Gibeon,To do His task, His unusual task,And to work His work, His extraordinary work.
22 Nu dan, drijft den spot niet, opdat uw banden niet vaster gemaakt worden; want ik heb van den Heere HEERE der heirscharen gehoord een verdelging, ja, een, die vast besloten is over het ganse land.
22 And now do not carry on as scoffers,Or your fetters will be made stronger;For I have heard from the Lord God of hostsOf decisive destruction on all the earth.
25 Is het niet alzo? Wanneer hij het bovenste van hetzelve effen gemaakt heeft, dan strooit hij wikken, en spreidt komijn, of hij werpt er van de beste tarwe in, of uitgelezen gerst, of spelt, elk aan zijn plaats.
25 Does he not level its surfaceAnd sow dill and scatter cumminAnd plant wheat in rows,Barley in its place and rye within its area?
27 Want men dorst de wikken niet met den dorswagen, en men laat het wagenrad niet rondom over het komijn gaan; maar de wikken slaat men uit met een staf, en het komijn met een stok;
27 For dill is not threshed with a threshing sledge,Nor is the cartwheel driven over cummin;But dill is beaten out with a rod, and cummin with a club.
28 Het brood koren moet verbrijzeld worden, maar hij dorst het niet geduriglijk dorsende; noch hij breekt het met het wiel zijn wagens, noch hij verbrijzelt het met zijn paarden.
28 Grain for bread is crushed,Indeed, he does not continue to thresh it forever.Because the wheel of his cart and his horses eventually damage it,He does not thresh it longer.