Jesaja 30:11

Wijkt af van den weg, maakt u van de baan; laat den Heilige Israels van ons ophouden!

Job 21:14

Nochtans zeggen zij tot God: Wijk van ons, want aan de kennis Uwer wegen hebben wij geen lust.

Jesaja 29:21

Die een mens schuldig maken om een woord, en leggen dien strikken, die hen bestraft in de poort; en die den rechtvaardige verdrijven in het woeste.

Amos 7:13

Maar te Beth-El zult gij voortaan niet meer profeteren; want dat is des konings heiligdom, en dat is het huis des koninkrijks.

Johannes 15:23-24

Die Mij haat, die haat ook Mijn Vader.

Romeinen 1:28

En gelijk het hun niet goed gedacht heeft God in erkentenis te houden, zo heeft God hen overgegeven in een verkeerden zin, om te doen dingen, die niet betamen;

Romeinen 1:30

Oorblazers, achterklappers, haters Gods, smaders, hovaardigen, laatdunkenden, vinders van kwade dingen, den ouderen ongehoorzaam;

Romeinen 8:7

Daarom dat het bedenken des vleses vijandschap is tegen God; want het onderwerpt zich der wet Gods niet; want het kan ook niet.

Efeziërs 4:18

Verduisterd in het verstand, vervreemd zijnde van het leven Gods, door de onwetendheid, die in hen is, door de verharding huns harten;

Treasury of Scripture Knowledge did not add