Jesaja 55:12
Want in blijdschap zult gijlieden uittrekken, en met vrede voortgeleid worden; de bergen en heuvelen zullen geschal maken met vrolijk gezang voor uw aangezicht, en alle bomen des velds zullen de handen samenklappen.
Jesaja 44:23
Zingt met vreugde, gij hemelen! want de HEERE heeft het gedaan; juicht, gij benedenste delen der aarde! gij bergen! maakt een groot gedreun met vreugdegezang, gij bossen, en alle geboomte daarin! Want de HEERE heeft Jakob verlost, en Zich heerlijk gemaakt in Israel.
Psalmen 105:43
Alzo voerde Hij Zijn volk uit met vrolijkheid, Zijn uitverkorenen met gejuich.
Psalmen 96:11-13
Dat de hemelen zich verblijden, en de aarde zich verheuge, dat de zee bruise met haar volheid.
Jesaja 35:10
En de vrijgekochten des HEEREN zullen wederkeren, en tot Sion komen met gejuich, en eeuwige blijdschap zal op hun hoofd wezen; vrolijkheid en blijdschap zullen zij verkrijgen, maar droefenis en zuchting zullen wegvlieden.
Jesaja 48:20
Gaat uit van Babel, vliedt van de Chaldeen, verkondigt met de stemme des gejuichs, doet zulks horen, brengt het uit tot aan het einde der aarde, zegt: De HEERE heeft Zijn knecht Jakob verlost!
Jesaja 49:13
Juicht, gij hemelen! en verheug u, gij aarde! en gij bergen! maakt gedreun met gejuich; want de HEERE heeft Zijn volk vertroost, en Hij zal Zich over Zijn ellendigen ontfermen.
Jesaja 51:11
Alzo zullen de vrijgekochten des HEEREN wederkeren, en met gejuich tot Sion komen; en eeuwige blijdschap zal op hun hoofd wezen; vreugde en blijdschap zullen zij aangrijpen, treuring en zuchting zullen wegvlieden.
1 Kronieken 16:32-33
Dat de zee bruise met haar volheid, dat het veld huppele van vreugde, met al wat daarin is.
Psalmen 47:1
Een psalm, voor den opperzangmeester, onder de kinderen van Korach. (1a) Al gij volken, klapt in de hand; juicht Gode met een stem van vreugdegezang.
Psalmen 65:13
[ (Psalms 65:14) De velden zijn bekleed met kudden, en de dalen zijn bedekt met koren; zij juichen, ook zingen zij. ]
Psalmen 98:7-9
De zee bruise met haar volheid, de wereld met degenen, die daarin wonen.
Psalmen 148:4-13
Looft Hem, gij hemelen der hemelen! en gij wateren, die boven de hemelen zijt!
Jesaja 14:8
Ook verheugen zich de dennen over u, en de cederen van Libanon, zeggende: Sinds dat gij daar nederligt, komt niemand tegen ons op, die ons afhouwe.
Jesaja 35:1-2
De woestijn en de dorre plaatsen zullen hierover vrolijk zijn, en de wildernis zal zich verheugen, en zal bloeien als een roos.
Jesaja 42:10-11
Zingt den HEERE een nieuw lied, Zijn lof van het einde der aarde; gij, die ter zee vaart, en al wat daarin is, gij eilanden en hun inwoners.
Jesaja 49:9-10
Om te zeggen tot de gebondenen: Gaat uit; tot hen, die in duisternis zijn: Komt te voorschijn; zij zullen op de wegen weiden, en op alle hoge plaatsen zal hun weide wezen.
Jesaja 54:10
Want bergen zullen wijken, en heuvelen wankelen; maar Mijn goedertierenheid zal van u niet wijken, en het verbond Mijns vredes zal niet wankelen, zegt de HEERE, uw Ontfermer.
Jesaja 54:13
En al uw kinderen zullen van den HEERE geleerd zijn, en de vrede uwer kinderen zal groot zijn.
Jesaja 65:13-14
Daarom zegt de Heere HEERE alzo: Ziet, Mijn knechten zullen eten, doch gijlieden zult hongeren; ziet, Mijn knechten zullen drinken, doch gijlieden zult dorsten; ziet, Mijn knechten zullen blijde zijn, doch gijlieden zult beschaamd zijn.
Jeremia 30:19
En van hen zal dankzegging uitgaan, en een stem der spelenden; en Ik zal hen vermeerderen, en zij zullen niet verminderd worden, en Ik zal hen verheerlijken, en zij zullen niet gering worden.
Jeremia 31:12-14
Dies zullen zij komen, en op de hoogte van Sion juichen, en toevloeien tot des HEEREN goed, tot het koren, en tot den most, en tot de olie, en tot de jonge schapen en runderen; en hun ziel zal zijn als een gewaterde hof, en zij zullen voortaan niet meer treurig zijn.
Jeremia 33:6
Zie, Ik zal haar de gezondheid en de genezing doen rijzen, en zal henlieden genezen, en zal hun openbaren overvloed van vrede en waarheid.
Jeremia 33:11
De stem der vrolijkheid en de stem der blijdschap, de stem des bruidegoms en de stem der bruid, de stem dergenen, die zeggen: Looft den HEERE der heirscharen, want de HEERE is goed, want Zijn goedertierenheid is in eeuwigheid! de stem dergenen, die lof aanbrengen ten huize des HEEREN; want Ik zal de gevangenis des lands wenden, als in het eerste, zegt de HEERE.
Zacharia 2:7-10
Hui, Sion! ontkomt gij, die woont bij de dochter van Babel!
Lukas 15:10
Alzo, zeg Ik ulieden, is er blijdschap voor de engelen Gods over een zondaar, die zich bekeert.
Romeinen 5:1
Wij dan, gerechtvaardigd zijnde uit het geloof, hebben vrede bij God, door onzen Heere Jezus Christus;
Romeinen 5:11
En niet alleenlijk dit, maar wij roemen ook in God, door onzen Heere Jezus Christus, door Welken wij nu de verzoening gekregen hebben.
Romeinen 15:13
De God nu der hoop vervulle ulieden met alle blijdschap en vrede in het geloven, opdat gij overvloedig moogt zijn in de hoop, door de kracht des Heiligen Geestes.
Galaten 5:22
Maar de vrucht des Geestes is liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid, goedertierenheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid, matigheid.
Colossenzen 1:11
Met alle kracht bekrachtigd zijnde, naar de sterkte Zijner heerlijkheid, tot alle lijdzaamheid en lankmoedigheid, met blijdschap;
Openbaring 19:1-6
En na dezen hoorde ik als een grote stem ener grote schare in den hemel, zeggende: Halleluja, de zaligheid, en de heerlijkheid, en de eer, en de kracht zij den Heere, onzen God.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd