Jesaja 7:5
Omdat de Syrier kwaad tegen u beraadslaagd heeft, met Efraim en den zoon van Remalia, zeggende:
Psalmen 2:2
De koningen der aarde stellen zich op, en de vorsten beraadslagen te zamen tegen den HEERE, en tegen Zijn Gezalfde, zeggende:
Psalmen 83:3-4
Zij maken listiglijk een heimelijken aanslag tegen Uw volk, en beraadslagen zich tegen Uw verborgenen.
Nahum 1:11
Van u is een uitgegaan, die kwaad denkt tegen den HEERE, een Belialsraadsman.
Zacharia 1:15
En Ik ben met een zeer groten toorn vertoornd tegen die geruste heidenen; want Ik was een weinig toornig, maar zij hebben ten kwade geholpen.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd